IJsmeester PyeongChang: ijs maken blijft magie

Schaatsen is een sport van seconden. Iedereen is altijd op zoek naar winst, niet alleen de schaatsers maar ook de ijsmeesters. Snel ijs geeft een baan prestige. De Canadees Mark Messer is al sinds de Olympische Spelen van 1988 ijsmeester op de Calgary Olympic Oval. Op de Olympische Spelen van PyeongChang is hij verantwoordelijk voor het ijs op de Gangneung Olympic Oval, waar tot nu toe al zes Olympische records sneuvelden. Volgens Messer is er nog veel te winnen als het gaat om innovatie op de ijsbaan. “Wat goed ijs is en wat niet? Je zou toch denken dat we dat met alle techniek die we hebben, moeten kunnen meten? Maar uiteindelijk komt het neer op gevoel.”

Redactie 21 februari 2018, 12:30

Messer heeft de nodige ervaring. Hij maakte het ijs op de Olympische Spelen van Calgary (1988), Salt Lake City (2002), Turijn (2006), Vancouver (2010) en nu dus weer in PyeongChang. Wat zijn de grootste innovaties die hij in de sport heeft gezien? “De stap van buitenbanen naar binnenbanen was groot, maar ik denk dat de grootste sprong voorwaarts is gekomen dankzij de klapschaats. Toen werden opeens alle records verbroken. Aan het maken van ijs is eigenlijk in de loop der jaren maar weinig veranderd. De Zamboni’s (ijsveegmachines) hier in Pyeonchang zijn elektrisch aangedreven. Dat is nieuw, maar verder doen ze precies hetzelfde wat de oude machines ook al deden.”

Samenstelling van het water

Wat komt er allemaal kijken bij het maken van snel ijs? “Een beetje wetenschap, scheikunde. Wat voor water gebruik je? En daarnaast zijn de tempratuur van het ijs, de temperatuur van de lucht en de luchtvochtigheid van belang.” Het lijkt simpel, maar dat is het niet. Messer voegt geen speciale stoffen toe aan het water, maar water is overal anders. “We gebruiken een mix van puur water en gewoon kraanwater. Als het water te zuiver is, verliest het zijn stevigheid. Dan valt het uit elkaar en het blijft niet goed aan de betonnen ondervloer vastzitten. We meten dat door te kijken naar de elektrische geleiding. Puur water geleidt geen elektriciteit.”

De exacte samenstelling van het water meet Messer niet. “Nee, we meten de zuiverheid, maar welke stoffen er exact in het water zitten weten we niet. Dat is iets waar ik graag meer grip op zou hebben. Hoe kom je meer te weten over de samenstelling van het water, zonder dat daar meteen een heel scheikundelaboratorium voor nodig is?”

"Ik zou graag een betere manier hebben om de ijstemperatuur te meten. We kunnen de temperatuur van de onderlaag goed meten, maar metingen van de bovenlaag zijn veel te onnauwkeurig." Mark Messer - IJsmeester PyeongChang 2018.

Samenwerking met wetenschap

The Calgary Olympic Oval ligt op het terrein van de Universiteit in die stad. Werkt Messer samen met wetenschappers om de kwaliteit van het ijs te verbeteren? “Jazeker. Een paar jaar geleden heb ik samen met een professor een machine ontwikkeld om de sterkte van het ijs te meten in shorttrack. We zetten een speciaal ontwikkelde schaats in een hoek op het ijs om te meten hoeveel druk het aankon. Grip is enorm belangrijk in shorttrack.”

Beter temperatuur meten

Welke vragen heeft Messer aan de wetenschap als het gaat om innovatie bij het maken van snel ijs? “Ik zou graag een betere manier hebben om de ijstemperatuur te meten. We kunnen de temperatuur van de onderlaag goed meten, maar metingen van de bovenlaag zijn veel te onnauwkeurig. Daar is nog altijd geen oplossing voor gevonden.”

Magie

Volgens Messer is het echter bijna onmogelijk om het maken van ijs volledig te controleren. “Er zijn zoveel variabelen. Als je wetenschappelijk onderzoek doet, moet je in staat zijn om alle andere variabelen constant te houden om de invloed van één variabele te kunnen meten. Dat is bijna onmogelijk. Neem bijvoorbeeld de temperatuur in de hal. Die is hier normaal zestien graden, maar zodra er schaatsers op het ijs stappen, zakt de temperatuur naar 14 graden. Dat komt omdat de schaatsers het koude luchtlaagje vlak boven het ijs in beweging brengen. We hebben simpelweg niet alle variabelen onder controle. Er blijft altijd een laatste beetje magie over bij het maken van goed ijs.”

Gerelateerd nieuws