Sportinnovator-centra Groningen en Thialf vormen noordelijke samenwerking

Innovatielab Thialf en het Sport Science Institute Groningen (SSIG) zullen de komende 4 jaar intensief samenwerken op het gebied van sportinnovatie en kennisdeling in duursporten, met de focus op schaatsen en inline-skaten. Dit ondertekenden beide partijen aan het begin van het Olympische schaatsseizoen in Thialf.

Redactie 12 oktober 2017, 12:30

Het Sport Science Institute Groningen (SSIG) is een samenwerking van de drie grootste kennis en zorginstellingen in Groningen (Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool Groningen, Universitair Medisch Centrum Groningen) en de gemeente Groningen en richt zich op het verbinden van sportwetenschappelijke kennis en het dichten van de kloof tussen wetenschap en de praktijk. Voor duursporten wordt dit gedaan door structureel samen te werken met Innovatielab Thialf rondom talentontwikkeling, het monitoren van training en (beweeg)prestatie.

Thialf als fieldlab voor SSIG

Met het tekenen van de samenwerkingsovereenkomst is er sprake van een klassieke win-win situatie. Thialf fungeert als fieldlab voor het SSIG. Andersom heeft de schaatswereld hiermee structureel toegang tot de meest up-to-date sportwetenschappelijke kennis en kan er samengewerkt worden aan de doorontwikkeling van deze kennis.

Hoogleraar Koen Lemmink, voorzitter van het SSIG bestuur, over de samenwerking: "Van beginner tot Olympisch schaatskampioen, ze zijn allemaal te vinden onder het dak van Thialf. Daarmee is het als proeftuin de ideale plek om onze sportwetenschappelijke kennis in te zetten en tegelijk verder door te ontwikkelen in samenwerking met Innovatielab Thialf"

Sportinnovator-centra

Onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst is ook de structurele samenwerking van het Sportinnovator Centrum Groningen, als innovatietak van het SSIG, en het Innovatielab Thialf. Sportinnovator-centra zijn plekken waar sport, wetenschap en bedrijfsleven samen werken aan sportinnovaties. Met de structurele samenwerking van deze twee Sportinnovator-centra kan in Noord-Nederland een sterk en betrouwbaar front worden gevormd en langzaam het gat tussen wetenschap en praktijk dichten.

Gezamenlijk zal er gewerkt worden aan een kennis- en innovatieagenda rondom de schaatssport, waar de recreatieve schaatser en topatleet uiteindelijk van moeten profiteren.

Gerelateerd nieuws