Overzicht

Het gebruik van de buitenruimte monitoren

Zo pakt de gemeente Eindhoven het aan

Om sport en bewegen te stimuleren, zetten sommige gemeenten monitoringstechnieken in. Daarmee meten zij beweegactiviteiten in de openbare ruimte. Een voorbeeld van zo’n gemeente is Eindhoven. Michèlle Sülter is beleidsmedewerker Sport in Eindhoven en vertelt hoe haar gemeente monitoringstechnieken inzet.

Redactie 23 mei 2023, 09:39

"De inzet van monitoringstechnieken moet leiden tot een betere benutting van de faciliteiten"

Kwantitatief en kwalitatief onderzoek

Voor het monitoren schakelde de gemeente het Eindhovense Sportinnovator-centrum InnoBeweegLab in. Sülter: “Gedurende een jaar hangen er zes sensoren bij de verschillende ingangen van het park om het aantal in- en uitgaande bezoekers te meten. Op die manier weten wij als gemeente op welke dagen, tijdstippen, met welk weer en in welk seizoen er meer of minder mensen in het park zijn. Ook vinden er twee kwalitatieve metingen plaats. Hierbij observeert het InnoBeweegLab het gebruik van het park. Daarnaast nemen ze enquêtes en interviews bij bezoekers van het park af.”

Het tweede monitoringsproject in Eindhoven betreft de Sportcontrainer. Sülter: “Dit is een uitklapbare container met allerlei sportelementen om mensen in de openbare ruimte in beweging te brengen. De Sportcontrainer zal in eerste instantie drie keer drie maanden op steeds een andere locatie in de gemeente staan. Op iedere locatie monitort opnieuw het InnoBeweegLab de ervaringen van gebruikers en het sport- en beweeggedrag.”

Bijsturen

De gemeente voelt een verantwoordelijkheid als het gaat om sport en bewegen in Eindhoven. De inzet van monitoringstechnieken moet leiden tot een betere benutting van de faciliteiten, zo legt Sülter uit. “Sport- en beweegvoorzieningen in de openbare ruimte zijn voor iedereen toegankelijk. Hierdoor is er geen vaste groep gebruikers. Ook ontbreekt er een vast aanspreekpunt. Als gemeente willen we er voor iedereen zijn. Door sportvoorzieningen in de openbare ruimte te monitoren, achterhalen we ook de ervaringen van de individuele, ongeorganiseerde sporter en spelen we op hun behoeften in.”

Ook op andere manieren probeert de gemeente - structureel - zicht te hebben op het beweeggedrag van bewoners. Sülter: “Zo vinden er regelmatig werkgroepoverleggen plaats met sporters en omwonenden. Daarbij hebben wij het over het beheer en gebruik van het openbaar toegankelijke park. Dit doen we eveneens om op de hoogte te blijven van de ervaringen van het gebruik van het park en daar indien nodig op bij te sturen.”

"Monitoring kan ons ook meer vertellen over wat gebruikers belangrijk vinden"

Voorzieningen

De eerste resultaten van het monitoren zijn inmiddels bekend. “Uit de najaarsmeting van het Urban Sportpark Eindhoven volgt dat het park in nog geen drie maanden ruim 36.000 bezoekers had. Verder wijst de tussenrapportage uit dat er dagelijks gemiddeld 490 bezoekers zijn. Wij concluderen daaruit dat het park is populair onder sporters uit de regio. Wensen zijn er natuurlijk ook, zoals bijvoorbeeld de behoefte om aanvullend sportmateriaal te kunnen lenen in het park.”

De focus ligt evenwel niet alleen op het beweeggedrag volgens Sülter. “Monitoring kan ons ook meer vertellen over wat gebruikers belangrijk vinden. Bijvoorbeeld de aanwezigheid van andere omringende voorzieningen, zoals voldoende verlichting, openbare toiletten of voldoende prullenbakken. In het vervolg kan je rekening houden met deze uitkomsten bij het selecteren van een volgende locatie. Alles om de inwoners van Eindhoven maar aan het sporten en bewegen te krijgen of te houden.”

Nudgingroute

Nieuwe projecten heeft de gemeente inmiddels ook in het vizier. Sülter: “Dit jaar realiseren we in Eindhoven ook een nudgingroute. Op een bestaand fietspad brengen we afstandaanwijzers en motiverende kreten op het wegdek aan. Het doel is inwoners te stimuleren om meer te sporten en bewegen op dit fietspad. Het plan is om middels een nulmeting en een 1-meting te achterhalen of dit inderdaad het beoogde resultaat heeft.”

Hoe technologie ook andere gemeenten helpt

De projecten in de gemeente Eindhoven staan niet op zichzelf. Zo is er bijvoorbeeld Luistervinq dat onopvallend een plek in de openbare ruimte krijgt. Met audioapparatuur en AI-algoritmen monitort en classificeert het apparaat de specifieke bewegingen. Daarnaast wordt het aantal passanten en de beweegrichting bijgehouden. Dit gebeurt privacyproof en met oog voor de omgeving. Met de gegevens kunnen gemeenten gerichter maatregelen nemen. Denk aan verharding of verbreding van paden ten behoeve van de veiligheid. Dit maakt de openbare ruimte nog plezieriger en aantrekkelijker om in te bewegen.

Een ander project is Husense dat een sensor ontwikkelt en produceert. Deze sensor detecteert de activiteiten er in een buitenruimte, zoals parken en sportvelden. Ook dit gebeurt volledig anoniem. De sensor geeft real time door aan de afnemer hoeveel beweging er op een plek is. Het voordeel? Je kan drukte zien ontstaan en gericht handhaven. Bovendien kan je de kennis over het soort en de hoeveelheid bewegingen als gemeente goed benutten. Om een park beter te verlichten op drukke momenten bijvoorbeeld. Zo dragen al dit soort technologieën bij aan het stimuleren van een actieve levensstijl.

Gerelateerd nieuws