'Mentale coaching is continu bijslijpen. Net zoals je met een forehand zou doen'

De Nationale Sportinnovator Prijs 2018 heeft als thema ‘Mind Your Fitness’. Inzicht in de relatie tussen mentale aspecten en sportprestaties is nodig om topsporters optimaal te ondersteunen en om mensen voldoende en met plezier (blijvend) te laten bewegen.

Redactie 22 augustus 2018, 10:00

Nico van Yperen is hoogleraar Sportpsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en publiceert blogs over de mentale aspecten van sport en presteren op zijn www.SportScience.blog. Hij vindt het belangrijk dat er expliciet en specifiek aandacht is voor het mentale aspect van sport. ‘Mentale vaardigheden zijn belangrijk, maar presteren in de sport is vanzelfsprekend afhankelijk van veel meer factoren, waaronder de fysieke, technische en tactische vaardigheden van de atleet, maar ook toeval, pech en geluk. Interessant is dat de rol van mentale vaardigheden breed wordt erkend, maar de bereidheid om daarmee aan de slag te gaan is soms minder sterk aanwezig.’

Naarmate de rol van druk toeneemt, wordt het mentale aspect in sport belangrijker. Van Yperen onderscheidt vijf invalshoeken om naar de mentale component binnen sport te kijken.

  1. De eerste is dat je beter met druk kan omgaan als je fit bent en het gevoel hebt dat je de druk aankan. Dat is natuurlijk een enorm open deur, maar ook de basis. Je zag afgelopen weekend in de tennisfinale in Cincinnati dat winnares Kiki Bertens superfit was. Als je fitter bent, ben je mentaal ook sterker.’
  2. Een tweede manier van kijken naar de invloed van het mentale aspect is de interpretatie van je autonome reacties op prestatiedruk. Je hartslag gaat omhoog, je begint te transpireren, knoop in de buik, etc. Daar kan je op twee manieren op reageren. Namelijk dat je denkt: zie je wel, nu het belangrijk wordt, word ik zenuwachtig en kan niet presteren. Een betere manier is om te realiseren dat je lichaam zich voorbereidt op een belangrijke prestatie en dat de symptomen “normaal” zijn en je helpen om goed te presteren.
  3. Een derde invalshoek is klassieke zelf-regulatie. Om je adem onder controle te krijgen zijn er bepaalde oefeningen. Om je hartslag naar beneden te krijgen kan het bijvoorbeeld helpen om ontspannende beelden in je hoofd af te spelen.
  4. Nummer vier is het accepteren dat er altijd per definitie een discrepantie zit tussen wat je wilt - kampioen worden - en de huidige situatie. Dat kan negatieve gedachten opleveren, bijvoorbeeld als je een bal uitslaat of een toeschouwer vervelende geluiden maakt. De klassieke benadering is dat je dat moet reguleren door niet boos te worden (zie punt 3 hierboven). Natuurlijk is het frustrerend als je een bal uitslaat, dat staat namelijk loodrecht op je doel. Vervolgens ben je bezig met dat je niet mag balen en vervolgens baal je, dat je toch baalde. Het alternatief is te accepteren dat er dingen fout gaan en óók te accepteren dat dat bepaalde gevoelens oproept. Als je je vervolgens weer richt op de volgende bal, verdwijnt die negatieve gedachte vanzelf.
  5. De vijfde complementaire invalshoek is dat je taakgericht moet blijven denken en handelen. Een strategie en verschillende mogelijke scenario’s bedenk je vooraf en tijdens de wedstrijd houd je je bezig met de uitvoering daarvan. Als je afgeleid wordt, door gevoelens, gedachten of externe factoren als het publiek, dan is het de kunst om snel weer terug te gaan naar je plan.

Volgens Van Yperen moet een mentale begeleider – in samenspraak met de atleet – uitvogelen welke benadering, of combinatie van benaderingen, het best aanslaat bij de atleet. ‘Elke sporter is uniek. Het is dus constant bespreken en bijslijpen. Net zoals je dat met een techniek als de forehand zou doen.’

Wat betreft de NSP hoopt Van Yperen op innovaties die bijdragen aan het verzamelen, registreren en interpreteren van mentale data. Op individueel en/of teamniveau. ‘Nu worden er natuurlijk al dingen gemeten door middel van vragenlijstjes en dat tegen de normgroep aangehouden. Dat is prima en een goed uitgangspunt voor het gesprek met de sporter. Maar voor individuele sporters is het vooral belangrijk om op basis van een reeks herhaalde metingen van hun eigen mentale en fysieke toestand en prestaties, maatregelen te nemen en interventies te ontwikkelen die hen (versneld) vooruit helpen.’

Voorspellen op basis van fysieke gegevens gebeurt al langer. ‘Maar een bloedwaarde is natuurlijk eenvoudiger af te lezen dan iemands gemoedstoestand, waar ook nog een bepaalde mate van zelf-presentatie in zit. Ik hoop dat er tussen de bijdragen van de NSP ook ideeën zitten om effectiever, onder deskundige begeleiding, met mentale data om te gaan, toegesneden op de individuele atleet. De huidige technologische ontwikkelingen maken dit mogelijk.’

Nationale Sportinnovator Prijs

Voor de Nationale Sportinnovator Prijs 2018 is in totaal €250.000 beschikbaar. Per innovatie wordt maximaal €50.000 toegekend. Cofinanciering is verplicht. Het samenwerkingsverband dient ten minste 25% aan het totale projectbudget bij te dragen (financieel of in menskracht). Deze bedragen worden ter beschikking gesteld om de innovatie verder uit te werken tot een werkend en getest prototype, proces of werkwijze, of om deze op te schalen.

Gerelateerd nieuws