Om blessures en overbelasting ten gevolge van training bij schaatsers te voorkomen is het van belang om de trainingsbelasting van de atleten te monitoren. Daarbij zijn zowel interne belasting (hartfrequentie) en externe belasting (snelheid) van belang. Bij een mismatch tussen interne en externe belasting kan dit een teken zijn van disbalans tussen training en herstel.
De gestarte pilot in Thialf verbetert het inzicht van coaches in trainingsbelasting van hun schaatsers. Sinds kort is het namelijk technisch mogelijk om de snelheid van schaatsers te meten en terug te koppelen aan coaches met behulp van Sprint Coach. Het is echter nog niet mogelijk om de hartfrequentie automatisch te koppelen aan snelheden. Hierdoor is het nu tijdrovend om zicht te krijgen op de interne en externe trainingsbelasting en de (mis)match hierop van schaatsers in Thialf.
Op initiatief van de Hanzehogeschool Groningen en Sportinnovator-centrum Innovatielab Thialf is daarom een KIEM-hbo aangevraagd en gehonoreerd. De toegekende gelden worden op twee manieren ingezet.
De technische en wetenschappelijke lijnen worden bij elkaar gehouden en aangestuurd door Ruby Otter, onderzoeker bij de Hanzehogeschool Groningen – Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap, en de succesvolle aanvrager van het project. Otter is gepromoveerd aan de RUG in het monitoren van duursporters en is daarmee expert op dit gebied. ‘De huidige aanvraag is hopelijk pas het begin van een grootschalig onderzoeks- en innovatieproject, waarmee we trainingsmonitoring in het schaatsen toegankelijk kunnen maken en kennis kunnen ontwikkelen ter bevordering van de prestatie en preventie van blessures en overtraindheid’, aldus Otter.
Voor Innovatielab Thialf is dit kennis- en innovatieproject één van de belangrijke stappen in de weg naar de digitalisering van de schaatssport. Klik hier voor meer informatie over dit project.