Overzicht

Vernieuwing in sport en spel voor volleybaljeugd: Jeugdsport Innovatiecentrum en Nevobo bundelen krachten

Innovatie in de schijnwerpers

Hoe kan je sport en spel voor kinderen aantrekkelijk maken en houden? Verschillende sportbonden worstelen met die vraag. Nevobo, de Nederlandse volleybalbond, zocht het Jeugdsport Innovatiecentrum (JIC) op om tot meer dynamiek en spelbetrokkenheid voor de volleybaljeugd te komen. Een Sportinnovator-voucher vormt de financiële basis van de samenwerking. Wytse Walinga (hoofd game design & concepts bij het JIC) en Peter van Tarel (manager sport development bij de Nevobo) praten ons bij.

Redactie 27 juli 2023, 09:23

‘Landelijk bespeuren we al een paar jaar een innovatieve mindset bij sportbonden’, geeft Walinga aan ‘Ze kampen veelal met minder jeugdleden of met een relatief laag percentage jongens of juist meisjes dat lid is. Ook als dat niet het geval is willen ze hun sport of spel aantrekkelijker, dynamischer, toegankelijker en leerzamer maken. Dat geldt ook voor de Nevobo.’

Koekoek, Dokman & Walinga (2023) Game based pedagogy in physical education and sports. Taylor & Francis.

‘Wij waren zelf al een traject gestart voor het aanpassen van spelvormen voor jeugd onder twaalf jaar, zodat deze beter zouden aansluiten op de Visie op Jeugdvolleybal. Daarbij liepen we tegen gevoeligheden aan bij onze leden. Als de regels veranderen, wordt dat niet altijd met gejuich ontvangen.’

Peter van Tarel, manager sport development bij de Nevobo

Onafhankelijke kennispartner

De volleybalbond is al langer bezig met het innoveren van het spel. Van Tarel: ‘Wij waren zelf al een traject gestart voor het aanpassen van spelvormen voor jeugd onder twaalf jaar, zodat deze beter zouden aansluiten op de Visie op Jeugdvolleybal. Daarbij liepen we tegen gevoeligheden aan bij onze leden. Als de regels veranderen, wordt dat niet altijd met gejuich ontvangen. We waren daarom op zoek naar een onafhankelijk instituut dat enerzijds actuele kennis en expertise kon inbrengen en anderzijds ons kon begeleiden in het proces. We hadden gehoord over de rol die het centrum kan spelen bij vernieuwing van jeugdsportaanbod en klopten zodoende bij Wytse aan.’

Walinga: ‘Nevobo kwam onder meer binnen met de vraag of ze hun innovaties naar een hoger niveau konden tillen. Als JIC hebben we jarenlange ervaring met het op maat maken van spelaanbod en het leren bewegen en spelen, dus de verbinding was snel gelegd.’

‘In eerste instantie gingen we met de Nevobo in gesprek’, vervolgt Walinga. ‘Wat lag er al aan innovatieve ideeën? Wat is daarvan al concreet uitgevoerd? Dat soort vragen passeerde de revue. Vervolgens organiseerden we bijeenkomsten met experts. In de zaal bekeken we met opleidingsdocenten en studententeams wat er nu al aan spelvormen bestaat en of bijstelling nodig is. Een van de belangrijke punten die het Jeugdsportcentrum inbrengt is of het spel in de basisbedoeling voldoende op gang lijkt te komen. Dat heet in vaktermen een spel-gecentreerde benadering. Regelaanpassingen moeten er voor zorgen dat er rallyspel ontstaat in plaats van overmatig aandacht voor ‘volwassen’ technieken die pas later relevant zijn.’

Een van de belangrijkste fasen is volgens Walinga dan ook het testen van de nieuwe of herziene spelvormen met de kinderen zelf. ‘Zij zijn immers degenen om wie het gaat. Hoe vinden zij het? Werkt het wat we hebben bedacht? En blijft het spel herkenbaar? Dat zijn vragen die we bij uitstek in de praktijk testen. Dat doen we bijvoorbeeld door de veldgrootte te verkleinen of andere regels te hanteren. Vervolgens kijken we of dit het gewenste effect heeft op het spelgedrag, dus of de kinderen bijvoorbeeld intensiever bij het spel betrokken zijn.’

Wennen

Volgens Walinga is vanuit onderzoek al helder dat het integreren van nieuwe spelvormen bij sportbonden allerminst zonder slag of stoot verloopt. Iets dat Nevobo ook al ondervond. Walinga: ‘Binnen sport, en dus ook bij het volleybal, is er gewenning aan bepaalde methodes. Nieuwe activiteiten zijn onbekend en moeten hun waarde nog bewijzen. Terecht voelen betrokkenen dat het kind niet met het badwater weggegooid moet worden. Tegelijk moet er wel een open mind zijn naar potentiële vernieuwingen om als bond de jeugd aan te blijven spreken.’

‘Kinderen worden steeds vaker al vanaf zeer jonge leeftijd lid van een club’, vervolgt Walinga. ‘Als vijf- of achtjarige is het goed om in de volle breedte te leren bewegen, weten we uit onderzoek. Dat betekent dat je als vereniging een breed palet aan activiteiten wilt aanbieden; in eerste instantie zelfs veel andere spelen om daarna kinderen spelvormen te leren spelen die gelijkenissen hebben met volleybal, maar zo aangepast zijn dat er wel aantrekkelijk spel ontstaat. Gelukkig is dat steeds beter ingericht bij bonden en ook bij de Nevobo. De vraag blijft hoe en wanneer zorg je voor een geleidelijke overgang in dat proces naar de meer ‘echte’ sport? Dat soort vragen zijn niet eenvoudig te beantwoorden, laat staan te implementeren.’

Het bijstellen of introduceren van het spel gaat dan ook geleidelijk, legt Walinga uit. ‘Na het testen met de kinderen in het klein zetten we gericht pilots uit. Denk aan een proeftoernooi. Slagen die pilots, dan breiden we het langzaam uit, een spel wat goed is komt dan uiteindelijk vanzelf bovendrijven als geschikte competitie spelvorm . Een einddatum van dit project is er dan ook niet. Die hangt af van het succes van de testfasen en of en in hoeverre dan bijstelling gewenst is. En in feite zijn we nooit klaar en houden de bond en het Jeugdsportcentrum elkaar ook na de samenwerking in de gaten. Het tegen het licht houden van de spelvormen is en blijft continu van belang.’

Nevobo is in ieder geval tevreden met de samenwerking met het JIC. Van Tarel: ‘Onze samenwerking heeft ons al meerdere zaken opgeleverd. Zo ontstaat er onder onze leden meer draagvlak voor verandering. Bovendien helpt de kennis over jeugdsport, ontwikkeling van jeugd en manieren van leren ons om meer inzichten te krijgen in hoe we onze spelvormen kunnen afstemmen op de doelgroep. De voucher van Sportinnovator maakt mogelijk dat we gedurende het hele ontwikkelproces gebruik kunnen maken van de expertise van het centrum. Dat waarderen we zeer.’

Over het Jeugdsport Innovatiecentrum

Het Jeugdsport Innovatiecentrum is ontstaan vanuit de Hogeschool Windesheim en heeft korte lijnen met onder meer de wetenschappelijke tak (de beweeg lectoraten) en de opleidingen ALO en Sportkunde. Walinga: ‘Wij leiden al jarenlang mensen op om ze te laten nadenken over de methodiek, didactiek en pedagogiek van sport- en spelvormen. Het afstemmen van het aanbod op basis van de leeftijd en ontwikkelfase van een kind is cruciaal. Wij zijn ervan overtuigd dat het helpt om dat conceptmatig te doen in plaats van lukraak. Daarnaast vormen wij op termijn een schakel tussen verschillende bonden. Innoveren past in een trend en als onafhankelijke partij kunnen wij de bonden bij elkaar brengen om samen tot ideeën te komen en van elkaar te leren.’

Benieuwd welke Sportinnovator-centrum voor jou een interessante samenwerkingspartner kan zijn? Kijk dan hier.

Gerelateerd nieuws